1. Bedrijfsarts inschakelen
Is je medewerker al een week uit de running? Dan ben je verplicht de hulp van de arbo-dienst of een bedrijfsarts in te schakelen.
De arbo-arts of bedrijfsarts onderzoekt:
- of je medewerker wel of niet ziek is;
- hoe lang de ziekte waarschijnlijk nog gaat duren;
- of en welke taken je medewerker nog kan uitvoeren;
- wat jij als werkgever kan doen om de medewerker diens taken te laten doen (je kunt bijvoorbeeld de werkplek aanpassen).
De resultaten van dit onderzoek worden met jou gedeeld. De arbo-arts of bedrijfsarts mag jou echter geen medische informatie geven.
Met behulp van het onderzoek van de arbo-dienst kun je vaststellen of je medewerker aanspraak maakt op doorbetaling van het loon.
Wat in de weken daarna volgt is een plan van aanpak voor herstel en re-integratie. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat je als ondernemer verplicht bent om de werkplek aan te passen of samen een andere functie te bedenken.
2. Second opinion en deskundigenoordeel aanvragen
‘Volgende week weer beginnen’, zegt de bedrijfsarts. ‘Onmogelijk’, vindt de zieke werknemer. In zo’n geval (en dit komt regelmatig voor) mag de medewerker om een second opinion vragen.
Een externe bedrijfsarts (van een andere organisatie) zal de situatie dan opnieuw beoordelen. Alleen de werknemer kan een second opinion aanvragen bij een andere bedrijfsarts (de werkgever dus niet).
De werkgever en werknemer kunnen beiden een deskundigenoordeel vragen aan het UWV. Voor de werknemer kost dit 100 euro en voor de werkgever 400 euro. Het advies laat doorgaans enkele weken op zich wachten.
3. Je best doen voor je werknemer
Stel dat je werknemer weer aan de slag kan. Voor 1 of 2 dagen wellicht, of met de voorwaarde dat die een andere functie krijgt toebedeeld. Blijf dan niet halsstarrig vasthouden aan de situatie zoals die was, maar laat zien dat je er alles aan wil doen om iemand weer aan het werk te krijgen - binnen je eigen bedrijf, maar wellicht zelfs daarbuiten.
Doet jouw zieke medewerker zelf een voorstel voor re-integratie? Kijk daar dan serieus naar. Afwijzen kan alleen wanneer je daarvoor zwaarwegende redenen hebt. Je kunt overigens ook de bedrijfsarts of het UWV inschakelen om een oordeel te vellen over passend werk binnen je onderneming.
Na 88 weken van ziekte beoordeelt het UWV de WIA-aanvraag. Wordt die goedgekeurd? Dan heb je als werkgever geen verplichtingen meer naar de zieke werknemer. Dit gebeurt alleen wanneer je als ondernemer kunt laten zien dat er een bevredigend re-integratieresultaat is bereikt, dan wel je de afgelopen jaren alles hebt gedaan om de werknemer weer aan het werk te krijgen.
4. Voortgangsgesprekken
Blijf tijdens het traject voortdurend contact houden met de werknemer in kwestie. Dit ben je verplicht. Eén keer in de zes weken een voortgangsgesprek geldt daarbij als het wettelijk minimum.
Tijdens dat gesprek bespreek je de situatie en beslissen jullie samen of er eventueel aan het plan van aanpak moet worden gesleuteld. Geef ook deze afspraken weer een plekje in het re-integratiedossier.
5. Komt je medewerker de afspraken niet na?
Wederzijds onbegrip, irritaties die zich opstapelen of verwachtingen die niet uitkomen: het pad naar re-integratie is soms lang en ligt bezaaid met obstakels. Vind je bijvoorbeeld dat jouw medewerker zich onvoldoende inspant om snel terug te keren? Dan kun je ook daarvoor naar het UWV stappen en een deskundigenoordeel aanvragen. In dit geval wordt er een verzekeringsarts of arbeidsdeskundige ingeschakeld. Die gaat het gesprek aan, luistert naar alle argumenten, leest het dossier door en geeft vervolgens een oordeel. Dit oordeel is overigens niet bindend, maar wel een zwaarwegend advies.
Door met werknemer en werkgever om tafel te gaan, lukt het de deskundige regelmatig om een stroef lopend re-integratieproces weer vlot te trekken. Blijft je medewerker naar jouw idee ook na deze interventie nog steeds verzaken? Dan mag je in bepaalde situaties de loondoorbetaling staken. Als je werknemer dan nog niet aan de re-integratieverplichtingen voldoet, kun je een stap naar de rechter overwegen. Het deskundigenoordeel speelt in dit soort gevallen een rol bij de uitspraak.
6. Stoppen van loonbetaling
Het is een zwaar middel, maar er zijn situaties tijdens een re-integratieproces denkbaar waarin je als werkgever de uitbetaling van het salaris mag stoppen. Bijvoorbeeld als vast komt te staan dat jouw medewerker diens ziekte met opzet heeft veroorzaakt, passende arbeid weigert, het re-integratietraject bewust belemmert of onvoldoende meewerkt aan het plan van aanpak.
Neem zo’n beslissing nooit zomaar - en zeker niet op eigen houtje. Vraag eerst om advies bij de bedrijfsarts of schakel het UWV in voor een deskundigenoordeel. Je werknemer heeft het recht om jouw beslissing aan te vechten bij de rechter. Die zal de adviezen van de bedrijfsarts en/of het UWV zwaar laten meewegen in diens beslissing.