Tattooverbod op de werkvloer: balans tussen goed werkgeverschap en persoonlijke vrijheid

Mag een werkgever zichtbare tatoeages bij werknemers verbieden tijdens de uitoefening van de werkzaamheden? Een vraag die zich in deze tijden van het jaar vaker voordoet.

De vraag over het al dan niet toestaan van zichtbare tatoeages op de werkvloer is een complex vraagstuk dat het wettelijk instructierecht van werkgevers en het grondrecht van persoonlijke levenssfeer van werknemers met elkaar confronteert. In 2020 speelde in een procedure bij de kantonrechter Rotterdam exact deze vraag waarin deze twee rechten moesten worden (af)gewogen.

Het tatoeagebeleid van RET

De werkgever (RET) in deze procedure hanteert voor haar werknemers, die ook buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA-OV) zijn, een tatoeagebeleid. Dit beleid houdt in dat het deze werknemers verboden is hun tatoeages zichtbaar te hebben tijdens de uitvoering van hun dienst in uniform.

Grenzen aan het stellen van regels

De kantonrechter in Rotterdam oordeelde dat er grenzen zijn aan het stellen van regels met betrekking tot tatoeages (of aan lichaamsversieringen in het algemeen), met name als deze in strijd zijn met goed werkgeverschap, redelijkheid en billijkheid, en/of fundamentele grondrechten van werknemers. De kantonrechter oordeelde in dit geval echter dat het tatoeagebeleid van de RET deze grenzen niet overschrijdt.

Hoger Beroep

De vakorganisatie liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep. En met succes. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde namelijk dat de grenzen van het instructierecht wél worden overschreden door het tatoeagebeleid en dit beleid in strijd is met goed werkgeverschap.

Een duidelijk beleid noodzakelijk

Voor werkgevers die regels willen stellen omtrent het verbieden van tatoeages, piercings en andere lichaamsversieringen, is het essentieel om een helder en zorgvuldig beleid te formuleren en communiceren. Daarnaast moet dit beleid consequent worden toegepast. Het is echter belangrijk om te beseffen dat dit beleid en het instructierecht altijd juridisch kunnen worden getoetst, waarbij het risico bestaat dat het als strijdig met goed werkgeverschap of te beperkend voor de vrijheid van werknemers wordt beschouwd.

Dit blog is van Pascal Besselink, advocaat arbeidsrecht bij DAS

Disclaimer

Dit blog schetst de algemene regels en uitgangspunten. Uiteraard kan er in specifieke situaties sprake zijn van uitzonderingen. Heeft u vragen over dit onderwerp of uw specifieke situatie, dan kunt u altijd contact opnemen met een van onze specialisten.

Pascal Besselink Advocaat
Ik houd mij vanaf 1997 bezig met het arbeidsrecht. Als advocaat sta ik zowel werkgevers als werknemers bij. In 2010 rondde ik cum laude de postdoctorale Specialisatie Opleiding Grotius Arbeidsrecht af en in 2011 de Leergang Pensioenrecht. Ik richt me onder meer op het ontslagrecht en re-integratievraagstukken. Ook adviseer en procedeer ik regelmatig over concurrentiebedingen. Dit onderwerp heeft mijn grote interesse. Ik verzorg cursussen, presentaties en webinars over verschillende arbeidsrechtelijke onderwerpen en publiceer in diverse vaktijdschriften. Ik schrijf blogs en treed regelmatig op als woordvoerder over actuele arbeidsrechtelijke onderwerpen in kranten en tijdschriften, en op radio en tv. Op die manier probeer ik als meester in juridische hulp het recht toegankelijk te maken voor iedereen.
Meer artikelen van Pascal