Wat is affectieschade?
Wanneer je partner bij een bedrijfsongeval om het leven komt of je kind betrokken raakt bij een ernstig ongeluk met blijvende schade, verandert jouw leven drastisch. Je wordt geconfronteerd met intens verdriet door het verlies van een dierbare of je moet je dagelijks leven volledig omgooien om voor diegene te zorgen. Voorheen kregen naasten geen vergoeding voor het emotionele leed dat zij ervaren als gevolg van het ongeval. Sinds 1 januari 2019 is echter de Wet Affectieschade van kracht. Hierdoor hebben naasten nu óók recht hebben op een vergoeding voor hun emotionele schade.
Affectieschade betreft het verdriet en de pijn die je ervaart door het overlijden van een naaste of de ernstige verwondingen die zij hebben opgelopen bij een ongeval. Je kunt deze vergoeding claimen bij de partij die verantwoordelijk is voor het ongeval. Hoewel de vergoeding het verdriet niet wegneemt, biedt het wel erkenning voor het geleden leed. Affectieschade valt onder immateriële schade en wordt daarom vergoed in de vorm van smartengeld.
Wanneer kom ik in aanmerking?
Om in aanmerking te komen voor een vergoeding volgens de Wet Affectieschade, zijn er enkele richtlijnen waaraan jij en de situatie moeten voldoen. Niet iedereen in je familie maakt aanspraak op affectieschade. Als jouw nichtje overlijdt, kom je bijvoorbeeld niet in aanmerking voor een vergoeding. De volgende nabestaanden komen wel in aanmerking:
- Ouders (Ook stiefouders)
- Kinderen
- Partners
- Zorgrelaties (op voorwaarde dat zij kunnen aantonen dat er een hechte relatie bestaat)
Broers en zussen komen in eerste instantie niet in aanmerking voor een schadevergoeding. Alleen wanneer zij kunnen aantonen dat zij een nauwe en persoonlijke relatie met het slachtoffer hadden, komen ze in aanmerking. Er wordt dan gekeken naar de intensiteit, aard en duur van de relatie om te bepalen of zij recht hebben op een vergoeding.
Daarnaast wordt er gekeken naar de situatie rondom het slachtoffer. Ook bij ernstig en blijvend letsel kun je in aanmerking komen voor smartengeld. Hiervoor moet er echter sprake zijn van ongeveer 70% blijvende invaliditeit. Bij een dwarslaesie heb je bijvoorbeeld recht op een vergoeding, maar bij een whiplash niet.
Hoe hoog mag mijn schadevergoeding zijn?
De hoogte van de vergoeding wordt bepaald door de relatie die jij hebt met het slachtoffer en door de manier waarop de schade is veroorzaakt (misdrijf of ongeluk). De vergoeding varieert tussen €12.500 en €20.000. Het bedrag wordt betaald door degene die het ongeluk heeft veroorzaakt of door hun verzekeraar. De meeste Nederlanders hebben een aansprakelijkheidsverzekering, waardoor de verzekeraar dit bedrag zal betalen.
Aanspraak maken op shockschade
Naast affectieschade heb je misschien ook recht op shockschade. Dit is het geval als je getuige bent geweest van het ongeluk of kort daarna ter plaatse was - en hierdoor ernstig geestelijk letsel hebt opgelopen. Een psychiater moet echter bevestigen dat je psychologische of psychiatrische behandeling nodig hebt om dit trauma te verwerken. Als het slachtoffer een naaste was, kun je zowel aanspraak maken op shockschade als affectieschade.